Mijn favoriete reisboeken

Na jaren van reizen heb ik als reisfanaat een kleine collectie reis gerelateerde boeken verzameld, waarvan ik hier vijf van mijn favoriete reisboeken in de spotlight wil zetten.

Je hebt natuurlijk diverse soorten reizigers, welke allemaal op hun eigen manier reizen. De ene vorm van reizen spreekt me meer aan dan de andere, dus heb ik een poging gedaan er van verschillende categorieën te noemen.

Koud bier en krokodillen

Dit boek van Roff Smith is één van mijn favoriete reisboeken. Het verhaal gaat over een Amerikaanse correspondent, welke na 15 jaar in Australië te hebben gewerkt voor de Sydney Morning Herald en Time Magazine een drastisch besluit neemt. Hij neemt ontslag, koopt vervolgens een mountainbike, om na een minimale voorbereiding zijn tweede vaderland te leren kennen. Het boek neemt je mee naar zijn hoogtepunten, zijn ontmoetingen met de lokale bevolking, maar vooral ook naar zijn ontberingen. Het boek leest lekker en de verhalen zijn op een deels humoristische zelf spottende toon op papier gebracht.

By Any Means

Charley Boorman is bekend van zijn avonturen op de motor, samen met zijn goede vriend Ewan McGregor. Dit maal gaat hij er alleen met regelaar Russ en cameraman Mungo op uit. Charley gaat met elk mogelijk lokaal transportmiddel van Wicklow Ierland naar Sydney Australië. De reis gaat Charley goed af en dat merk je ook met lezen. Je zit, ondanks zijn rommelige schrijfstijl, snel in het boek en leest het waarschijnlijk in no time uit. Vooral de ongemakken en de vreemde ontmoetingen met de plaatselijke bevolking en hun gebruiken maken dit boek tot een waar genot om te lezen. Het boek is m.i. nog leuker dan de gelijknamige televisieserie.

Reisboeken02

Reis om de wereld in 80 dagen

Het bijna als een dagboek lezende verslag van Michael Palin is een lust om te lezen. Michael neemt je mee op reis naar de wereld van Jules Verne, welke Michael met de gelijknamige roman inspireerde deze reis te maken. De reis vind plaats in 1988, waar internet en gsm’s nog niet aan de orde zijn. Plannen en reizen was in die tijd nog een beetje anders, maar dat maakt het boek juist zo interessant. Met in je achterhoofd een verhaal uit 1872, het boek dat ik als kind heb gelezen, word je door Michael Palin meegenomen naar hetzelfde idee, in een ander jasje. Het boek leest fijn en zal nog vaak met me mee op reis gaan.

Een jaar op de Mekong

Edward A. Gargan doet verslag van zijn één jaar durende reis over de machtige Mekong rivier. Het verhaal is prachtig geschreven en neemt je mee naar de meest fantastische plekken in Azië. Edward start, hoog in het Himalaya gebergte, bij de vermoedelijke oorsprong van de Mekong. De reis op papier gaat langzaam en geeft de lezer de tijd om elke plek en elke ontmoeting goed in zich op te nemen. Het verslag gaat niet zozeer over het reizen zelf, maar is vooral een vloeiende aaneenschakeling van ontmoetingen en ontdekkingen. Ook dit boek behoort tot mijn absolute favorieten, al is het maar vanwege de passage over het mystieke Shangri-La.

Tussen Orinoco en Amazone

Redmond O Hanlon neemt je mee op reis over de Orinoco, naar de Yanomani indianen in het hart van het Amazone gebied. Redmond is een ouderwetse avonturier en dacht dat de reis geen enkel probleem zou opleveren. Niets bleek minder waar, want ik heb zelden zoveel ontberingen, mislukkingen en ongemakken in één boek gelezen. Redmond is meedogenloos, voor zichzelf, maar ook voor de rest van de expeditie. Alles en iedereen moet het ontgelden, want alleen het doel is heilig. Reisgenoot Simon Stockton wordt herhaaldelijk op de proef gesteld en staat vaak centraal in dit verhaal. Dit boek gaat over meer dan alleen een reis, het beschrijft een waar avontuur.