Een reis naar het kloppende hart van de traditionele Kung Fu

Als ik terugdenk aan mijn reis naar en door China krijg ik altijd een wervelwind aan emoties over me heen. Ik krijg de geur van de houtoven in de keuken van de Kung Fu school weer in mijn neus. Ik voel de lichamelijk pijn die ik onderging tijdens de heftige trainingen. Ik zie de immense bergen en indrukwekkende tempels weer voor me en proef de smaak van sterke groene Chinese thee. Reizen is mij niet vreemd. Ik ben samen met vriendjes en vriendinnen door heel Zuidoost-Azië en Oceanië getrokken maar nooit eerder zette ik alleen voet op nieuwe aarde. Deze reis zou extra bijzonder worden omdat ik mezelf drie maanden ging onderwerpen aan het leren van China’s traditionele martial arts in een Kung Fu tempel. Ik had geen idee van wat me te wachten stond en eenmaal aangekomen op het vliegveld in Beijing werd al vrij snel duidelijk dat dit een onvervalste cultuurshock zou worden. Wat wist ik nou eigenlijk echt van China en haar bevolking? In een wereld waar iedereen steeds meer in connectie met elkaar staat en culturele uitwisseling en adaptatie eerder de norm is dan een uitzondering viel ik als Alice in Wonderland down the rabbithole in China.

Deel 1: Harde matrassen maar warme broodjes.

Mijn avontuur begint met een korte nacht in Beijing waarna ik door zal vliegen naar Wuhan, een vliegveld in het centraal gelegen berggebied van Wudang. De ‘kist’ waarin ik de vier uur durende vlucht van Beijing naar Wuhan zal doorbrengen is er eentje die je in vliegtuig-neerstort-films altijd ziet. Aangezien er een sneeuwstorm over Beijing raast is onze vlucht al een paar keer uitgesteld. Eenmaal in de lucht krijg ik een paniekaanval. Ik heb nog nooit zo veel turbulentie meegemaakt en stuur zelfs een afscheids-sms naar mijn vader! Na vier spannende zenuwachtige uurtjes landen we gelukkig in Wuhan en ik ben nog nooit zo opgelucht geweest weer vaste bodem onder mijn voeten te voelen!

Wudang wegrestaurant

Wegrestaurant in Wudang

“Als Alice in Wonderland”

Ik word opgehaald van het vliegveld door twee hele vrolijke Chinese mannen die met een bordje staan te wuiven waarop staat: “Welcome to China Miss Odette”. Ik stap, iets positiever dan voor ik het vliegtuig in stapte, bij deze mannen in de taxi terwijl buiten de sneeuwstorm nog doorraast. Zij steken sigaret na sigaret aan, lachen en praten met elkaar terwijl ze mij diep de bergen in brengen. Eigenlijk absurd, ik heb geen idee wie dit zijn, ik kan niet met ze praten, en ze nemen mij midden in de nacht mee in een taxi naar een afgelegen Kung Fu tempel in de bergen in China. Ik kan niemand bereiken en niemand mij.

Wudang theevelden

De prachtige theevelden

Aangekomen bij de Kung Fu school die naast de tempel ligt word ik opgewacht door de conciërge. Ron, een jongen met een lange paardenstaart en een expliciete tattoeage op zijn gezicht, staat in zijn pyjama op me te wachten. Iedereen is al in diepe slaap en hij neemt me sluipend mee naar mijn kamer. Ik deel mijn kamer met een Nederlandse vrouw, Corinna, die al negen maanden in de Kung Fu school verblijft. We spreken heel kort met elkaar want Corinna ligt al ingepakt onder 5 dekens op haar bed. Ze vertelt me nog snel dat er mensen van alle nationaliteiten in de Kung Fu school verblijven die ik morgen wel zal ontmoeten. Ik ga even snel plassen (mensen die in Azië zijn geweest weten dat een wc hier een soort gat in de grond is waar je boven moet hurken), en plof in bed. Nou ja, ploffen? Jeetje wat is dit hard! Ik breek bijna mijn staartbeentje op deze plank! Ik kijk naar het “matras” en zie dat dit letterlijk een plank is met een schuimlaagje van 3 centimeter. Dan kijk ik naar links, naar het raam en zie dat dit een Chinees raam is. Dit betekent, gebroken plexiglas, aan elkaar getaped en kranten in de gaten waar meerdere spinnen families zich hebben gehuisvest. Slik! Slaap lekker.

Wudang tempel Yuan He

Yuan He tempel

Na mijn eerste nacht, ik heb nauwelijks geslapen van de spanning, ga ik ’s ochtends gewapend met mijn camera op onderzoek uit. Er zijn al een aantal mensen wakker (Chinezen en Westerse Kung Fu studenten) en staan te stretchen op de binnenplaats van de Kung Fu school. Ik volg het pad wat achter de Kung Fu school langs loopt richting de bergen. Een schare honden komt blaffend op me af en loopt met me mee. Rondom de Kung Fu school, wat een bijgebouw is van de Kung Fu tempel, liggen een tiental huisjes. Chinese opa’s en oma’s met kleinkinderen maken vuurtjes voor de hutjes om tanden te poetsen, zich te wassen of noodlesoep te koken. Ik kom erachter dat vlak achter de Kung Fu school een pad loopt wat je dieper de bergen in brengt en zelfs helemaal naar de “holy Wudang mountains” toe loopt. Na een half uurtje lopen begint mijn maag te knorren en ga ik terug naar de Kung Fu school. De koks, een oude aan mahjong verslaafde non stop rokende Chinees en zijn vrouw, hebben manto gemaakt. Manto is een soort Bapao broodje (wit kleverig deeg) heerlijk met sesampasta en honing die mijn kamergenootje met me deelt.

Wudang sneeuw

Besneeuwd klooster

De eerste dagen spreek ik veel met de mensen die verblijven in de Kung Fu school en ga ik op onderzoek uit in de directe omgeving. De tweede cultuurshock is nog heftiger dan die in Beijing. Yuan He, het plaatsje waar ik verblijf is niets meer dan een tempel (waar wij onze Kung Fu trainen) en een paar huisjes of hutjes die bij elkaar geschaard zijn. Er is niet altijd elektriciteit, stromend water en internet. De moestuintjes worden bemest uit de grote gierput waar de centrale riolering op is aangesloten. Kippen, geiten, honden, baby’s, opa’s en oma’s leven hier allemaal samen rondom de tempel. Niemand spreekt Engels en het dagelijks aanschouwen van een aantal kippen of varkens die geslacht worden is hier heel gewoon. Ron vertelt me dat er hier eigenlijk alleen arme boeren wonen, mensen die de mandarijn- en theeplantages bewerken die achter de Kung Fu tempel liggen en daar een klein inkomen uit verdienen. Ron en ik lopen langs de hutjes en mensen kijken mij nieuwsgierig aan. Ze zijn bezig met koken of schoonmaken en schreeuwen naar de kinderen en honden. Ik wil een foto maken van de bezigheden maar het voelt ongepast.

Wudang Kung Fu Monk theevelden

De Kung Fu Monk | Theevelden

Tijdens mijn eerste week in de Kung Fu school probeer ik zoveel mogelijk in me op te nemen. Wie zijn de mensen die hier zitten? Waar zijn ze naar op zoek? Wat is er zo bijzonder aan het beoefenen van Kung Fu op deze plek?

De Kung Fu academy is een bijzondere plek aangezien zij in een door UNESCO beschermd gebied staat aan de voet van “holy mount Wudang”. Dit is voor veel Chinesen een heilig gebied en pelgrimsoord. Velen maken minstens een keer in hun leven te voet de reis naar de top van mount Wudang, de Golden Summit (1612m). De Golden summit is een onderdeel van de verboden stad gebouwd in 1423 AD in de Ming dynasty. Hier in het hart van de Wudang mountains is de geboorteplaats van Daoistische filosofie. De monnikken die in de bergen leefden en nog steeds leven zetten deze traditie voort. In het kort, de Daoistische filosofie (zoals ik deze heb geleerd in China), pleit voor het plaatsen van het individu tussen de hemel en de aarde. Jouw plek is hier in het nu en alle keuzes die je maakt leiden tot een harmonieus of disharmonieus leven. De dao, de weg, slaat letterlijk op de levensweg die iedereen op aarde op een andere manier moet bewandelen.“Dao is the way to peace, health and longevity that is actively pursued by Daoist believers and which is also central in Kung Fu”. De Daoistische levenswijze en Kung Fu zijn daarom onlosmakelijk met elkaar verbonden. Harmonie en balans staat namelijk bij beide centraal.

Wudang Yuan He tempel

Yuan He tempel

Nu de eerste indrukken van het gebied, het dagelijks ritme en de levenswijze op me zijn ingewerkt kan ik me verdiepen in wat deze Kung Fu studenten hier doen en wat ik hier de aankomende maanden ga doen. Het is een avontuur waar ik me volledig in ga storten en ik ben benieuwd wat me te wachten staat de komende tijd.

Bekijk ook Odette’s vlog over Wudang

Over de gastblogger:

Odette heeft in 2013 drie maanden in een Kung Fu klooster gezeten in Wudang, China en heeft tijdens die periode elke dag een dagboek bijgehouden. Odette wilde haar ervaringen graag delen met andere reislustigen en schreef een prachtig drieluik over sneeuwstormen in februari, geen stroom, slapen op een houten bed, geen verwarming, tot 40 graden in mei, hond op je bord, te voet naar het hoogste en heiligste punt van Wudang klimmen, voedselvergiftigingen, meditatie, tai chi, zwaardvechten, eenzaamheid en verlichting.