Jamaica

Een verrassende roadtrip op Jamaica

In april 2015 heb ik met mijn vriend een roadtrip van 8 dagen gemaakt op Jamaica. Het enige dat we hadden gereserveerd was de vlucht, de huurauto en een hostel voor de eerste nacht, omdat we pas laat zouden landen. Bij aankomst zijn we direct de Blue Mountains ingereden, een bergpas vlakbij Kingston. Kingston zouden we later wel bekijken.

Onze roadtrip op Jamaica

Het was wel even spannend om in een huurauto met het stuur aan de andere kant, dwars door een onbekende, donkere en beruchte stad te rijden, maar alles ging gelukkig goed. Dat is overigens wel iets om rekening mee te houden in Jamaica, door de Britse invloeden rijdt men links. Ons hostel, Mount Edge Guest House, lag midden in de bergen, letterlijk op de bergwand. Hoe bizar dat eruit zag merkten we de volgende ochtend pas, toen we het uitzicht zagen.

Blue Mountains

De volgende ochtend hebben we een schitterende rit door de bergen gemaakt, richting Port Antonio. De Blue Mountains danken hun naam aan een blauwige mist die non stop boven de bergtoppen hangt. Dat blauw steekt heel mooi af tegen het intense groen van de begroeiing, geweldig om te zien! Aan het begin van de middag kwamen we aan in Port Antonio. Een groot voordeel van Jamaica: de afstanden zijn niet heel groot en de wegen erg goed begaanbaar, dus je bent overal zo. Langs dit schattige havenplaatsje loopt een rivier, de Rio Grande, waar met een soort vlot op gevaren wordt. Je schipper gebruikt een lange stok om stroomafwaarts te bewegen, als een soort gondel. De mannen die dit doen zijn ongelofelijk gespierd. Dit komt natuurlijk doordat ze dagelijks meerdere malen de rivier afvaren, maar ook omdat ze, als een soort ontgroening aan het begin van hun carriere, eerst een tijd de boten stroomopwaarts moeten varen.

River

Reach Falls

Na deze tour zijn we in de schemering doorgereden naar Boston Bay, een plaatsje dat bekend staat om de typische Boston Jerk, sterk gekruid vlees van de barbecue. Buiten Jerk vind je in Boston Bay ook een golfsurfstrandje en een geweldig hotel, Great Huts (www.greathuts.com). Mocht je hier willen verblijven is reserveren wel aan te raden. Wij kwamen laat aan en hadden met geluk nog een piepklein 1-persoons boomhutje tot onze beschikking. De gebroken nacht was het echter helemaal waard en na een heerlijk ontbijt vertrokken we naar de Reach Falls, een vrij onbekende waterval, zo’n 25 km ten oosten van Boston Bay. Ik heb door de jaren heen redelijk wat watervallen gezien, maar deze is wel heel bijzonder. Wat het zo leuk maakt is dat je (met een gids) helemaal naar boven kunt klimmen en zwemmen en vervolgens via spelonken en lagunes weer naar benden kunt. Echt een aanrader en nog redelijk onontdekt door het (cruise) toerisme.

Dunn’s River Falls

Na de Reach Falls zijn we via de kust naar Ocho Rios gereden, het bekendste cruise stadje van het eiland. Ocho Rios is ingericht op massa toerisme, maar als je ’s ochtends vroeg bent merk je daar niets van. We zijn dus vroeg in de ochtend op pad gegaan naar Dunn’s River Falls, een gigantische waterval die uitmondt in de zee. Om de waterval heen is een soort pretpark gebouwd, maar laat je daar niet door afschrikken. Je kunt de waterval helemaal op klimmen (183 meter) en daarna weer een soort van afglijden. Naast de Reach Falls is het minder indrukwekkend, maar desalniettemin de moeite waard.

Travelblog

Luninous Lagoon

Buiten deze waterval zijn er legio andere (toeristische) attracties in Ocho Rios, zoals een bobsleebaan en een dolfijnenpark. Deze hebben we echter niet bezocht. Wij zijn na de waterval doorgereden naar Falmouth. In Falmouth zelf is niet zoveel te beleven, maar we waren hier voor iets heel specifieks: the Luminous Lagoon, een lagune met brak water waarin een zeer hoge concentratie van een bepaald micro organisme zit dat blauwgroen oplicht als het “gestoord” wordt. Na zonsondergang ga je met een bootje het meer op. Het lijkt alsof er onder de boot een fel blauw licht brandt. Dat licht zie je ook als je je hand door het water beweegt of in het water zwemt. Bovendien blijf je door sparkelen op het moment dat je uit het water bent. Een hele bizarre en bijzondere plek!

Long Beach

De volgende ochtend zijn we, met een kleine tussenstop in Montego Bay, de tweede stad van Jamaica, doorgereden naar Negril. Negril is de zon-zee-strand bestemming van Jamaica, met een lang parelwit strand, toepasselijk Long Beach genoemd, en hotel na hotel na hotel. Gelukkig hangt er nog steeds een zeer relaxte sfeer en zijn er ook nog voldoende gedeelten waar het massa toerisme nog niet is doorgedrongen. Buiten de strip kun je gezellig over straat wandelen en heerlijk eten in een van de vele kleine, authentieke restaurantjes.

Hut

Treasure Beach

Omdat wij de luxe hebben om “thuis” aan het strand te liggen tot we erbij neer vallen, hebben we Negril na één nacht weer verlaten en zijn we doorgereden naar het zuiden. Via Black River, waar je een tour kunt doen om krokodillen te spotten (geen echte aanrader) kwamen we uit bij Treasure Beach. Een piepklein paradijsje met een super relaxte sfeer, inclusief die wiet- rokende-Bob-Marley-look-a-likes die ik al had verwacht. Naast leuke restaurantjes zonder stroom (maar met de meest verse vis!) is er een grote publiekstrekker in Treasure Beach, the Pelican Bar, een bar ín de zee. Op een zandbank, zo’n 1,5 km uit de kust, heeft iemand besloten om met wrakhout een bar te bouwen en het resultaat is verbluffend. Na een boottochtje van 20 minuten (vanuit Treasure Beach) ben je er al, en de Red Stripe biertjes smaken nergens lekkerder dan hier!

Bob Marley

Na twee nachten Treasure Beach zijn we in één ruk naar Kingston teruggereden. We vlogen die avond pas laat terug naar Curacao, dus we konden die laatste middag nog even snuffelen aan Kingston. We waren het niet van plan, maar besloten toch een bezoekje te brengen aan het Bob Marley museum. En dat bleek geweldig! De werknemers die de tours geven in het prachtige huis van Bob Marley zijn zorgvuldig uitgezocht op onder andere hun zangkunsten. Zo zette degene die ons rondleidde spontaan “One Love” in terwijl we ons bevonden in de kamer waar Marley al zijn gouden en platinum platen had hangen. Sta je daar ín zijn huis, met een groepje te zingen, kippenvel momentje hoor! Na deze wonderlijke ervaring was het tijd om richting vliegveld te gaan.

Jamaica

Al met al was Jamaica een bestemming die ons enorm heeft verrast. De vriendelijke mensen, de mooie natuur en het relatief kleinschalige toerisme maken Jamaica een super leuk eiland voor een (korte) vakantie. Een auto huren is wel aan te raden, zeker als je meer wilt zien dan alleen het strand. Met overnachtingen van rond de $50 per nacht en een huurauto van rond de $40 per dag is het niet een extreem goedkoop eiland, maar in vergelijking met de rest van het Caribisch gebied ook zeker niet extreem duur. Gewoon gaan dus!